Nieuws

’10 jaar EQUAL levert schat aan informatie op’

Nefrovisie is betrokken bij een aantal landelijke onderzoeksprojecten naar patiënten met chronisch nierfalen. Nefrovisie ondersteunt de onderzoekers bij het verzamelen en beheren van de gegevens. Natuurlijk heeft elk onderzoek zijn eigen aandachtspunten, maar er is ook overlap, bijvoorbeeld bij de onderdelen uit de patiëntvragenlijsten (o.a. PROMs) en de koppeling met Renine. Nefrovisie neemt een centrale rol in om de betrokken onderzoeken niet allemaal het wiel zelf te laten uitvinden en streeft zoveel mogelijk naar onderlinge gegevensuitwisseling.

In de afgelopen nieuwsbrieven zetten we de verschillende onderzoeksprojecten in de schijnwerpers. Welke onderzoeksvragen worden er bestudeerd en heeft het al bruikbare informatie opgeleverd? En wat zijn de ervaringen van de onderzoekers?

In onderstaand interview vertelt Nick Chesnaye uitgebreid over het EQUAL-project.


In 2012 ging ‘The European QUALity Study on Treatment in Advanced Chronic Kidney Disease’ (EQUAL) van start, met als doel om te onderzoeken wat het beste moment is om met dialyse te beginnen bij oudere nierpatiënten. Nu, 10 jaar later, blikt epidemioloog en studiecoördinator Nick Chesnaye terug op wat er bereikt is binnen het EQUAL-project.

Vanuit de afdeling Klinisch Informatiekunde van het Amsterdam UMC (locatie AMC) verzorgt dr. Nick Chesnaye, samen met prof. dr. Kitty Jager, de internationale coördinatie van het EQUAL-project. Aan het observationele, prospectieve, multicenter onderzoek doen 6 Europese landen mee: Duitsland, Italië, Nederland, Polen, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

De centrale vraag in EQUAL is wat het optimale moment is om te starten met dialyse bij nierpatiënten van 65 jaar en ouder. ‘Die vraag is nog niet zo simpel te beantwoorden’, aldus Chesnaye. ‘De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over vroeg – dus bij een hogere nierfunctie – of juist laat starten met dialyse. Een vroege start zou tot betere uitkomsten kunnen leiden, omdat de patiënt dan in verhouding nog gezonder is. Maar: voor patiënten betekent dit langer en meer dialyseren en lang niet alle oudere patiënten zien dat zitten. In deze patiëntengroep is de levensverwachting beperkt en uitkomsten van dialyse zijn vaak slecht. Juist voor deze oudere patiënten is het dan ook belangrijk om een balans te vinden tussen kwaliteit van leven en levensverlenging door dialyse.’

Dataverzameling

Om toch een antwoord op de onderzoeksvraag te vinden, worden in EQUAL pre-dialysepatiënten vanaf 65 jaar geïncludeerd die in de voorgaande zes maanden voor het eerst een eGFR van 20 ml/min/1,73 m2 of lager hadden. Vervolgens worden binnen deze patiëntengroep verschillende factoren, zoals de restnierfunctie, het sterfterisico, de aanwezigheid van uremische klachten en de kwaliteit van leven, vergeleken tussen patiënten die vroeg (met een relatief hoge eGFR) of juist laat (met een lagere eGFR) met dialyse startten.

Chesnaye vertelt over de uitgebreide dataverzameling voor het project. ‘Alle patiënten worden voor een periode van vier jaar gevolgd, waarin elke zes maanden een follow-upbezoek plaatsvindt. Tijdens die bezoeken wordt de patiënten en hun artsen gevraagd om vragenlijsten in te vullen waarin allerlei klinische en psychosociale kenmerken van de patiënten aan de orde komen. Daarnaast worden gegevens over bloed- en urinebepalingen verzameld en worden tijdens de follow-upperiode tweemaal monsters afgenomen voor extra bepalingen, die worden opgeslagen in een biobank in Duitsland.’ Ondertussen zijn er zo’n 1.750 patiënten geïncludeerd en zijn er meer dan 10.000 metingen in de database opgenomen.

Online vragenlijsten van Nefrovisie

Die uitgebreide dataverzameling was mogelijk dankzij Nefrovisie. Chesnaye: ‘Zij zorgden ervoor dat alle papieren vragenlijsten werden ingescand en de gegevens werden gekoppeld aan de klinische dataset. Voor het verzamelen van de klinische data werd gebruik gemaakt van een elektronisch formulier, het zogenaamde eCRF (electronic clinical research form). Samen met nefrologen in de verschillende deelnemende landen hebben we aan het begin van de studie bepaald welke gegevens er verzameld moesten worden over de patiënten. Vervolgens heeft Nefrovisie op basis van deze lijst het eCRF voor ons ontwikkeld. Het was heel fijn dat we samen konden sparren over de beste indeling voor het formulier. Verder zorgde Nefrovisie voor het onderhoud en voerden zij wijzigingen in het formulier voor ons door wanneer dat nodig was. Al met al hebben zij ons enorm veel werk uit handen genomen.’

 Internationaal netwerk

‘Het leukste aan EQUAL vind ik het internationale karakter van het project’, zegt Chesnaye. ‘Om het onderzoek soepel te laten verlopen, werk ik samen met een landelijke coördinator voor elk van de 6 deelnemende landen. Zij zorgen voor de organisatie en communicatie rondom EQUAL op nationaal niveau. In de afgelopen jaren is er een hecht en gezellig netwerk ontstaan en de onderlinge samenwerking is erg prettig. Als coördinator ben ik ook verantwoordelijk voor het organiseren van de zogenaamde investigatorsmeetings die een á twee keer per jaar plaatsvinden. Het is altijd heel leuk om elkaar dan te ontmoeten, zeker nu dat na twee jaar van lockdowns en reisbeperkingen door corona eindelijk weer in levenden lijve kan.’

Daarnaast noemt Chesnaye als groot voordeel van zijn functie dat hij veel vrijheid heeft in het bedenken van relevante onderzoeksvragen. ‘Ik verdiep me graag in wat meer geavanceerde statistische technieken en vind het erg leuk als ik de mogelijkheid krijg om nieuwe technieken toe te passen op de data van EQUAL.’

Veel bereikt

Sinds EQUAL in 2012 van start ging, is er veel bereikt. Het project heeft een schat aan informatie opgeleverd en er zijn er al veel wetenschappelijke artikelen over de gegevens geschreven. Op dit moment zijn er zo’n vijftien artikelen gepubliceerd of geaccepteerd voor publicatie en daarnaast zijn er nog eens vijftien artikelen waar nog aan gewerkt wordt. De onderwerpen van die artikelen lopen sterk uiteen; variërend van nierfunctiedaling en kwaliteit van leven tot diverse biomarkers, zoals troponine T en uremische toxines. ‘Het unieke aan EQUAL is dat wij voor zoveel patiënten op herhaalde tijdspunten symptomen en de kwaliteit van leven hebben kunnen meten. Daarmee onderscheiden we ons echt van andere onderzoeken op het gebied van starten met dialyse’, vertelt Chesnaye.

Einde in zicht

Ondertussen is het einde van het EQUAL project in zicht. Sinds kort is de inclusie van nieuwe patiënten in alle deelnemende landen gestopt en ook de dataverzameling met het eCRF zal in juni beëindigd worden. Voor de patiënten die al in de database zitten wordt nog wel bijgehouden of ze nog in leven zijn en of ze nog behandeld worden met dialyse.

In de komende tijd kunnen we nog veel van EQUAL horen, want er moeten nog veel artikelen worden afgerond en ook op het spijtmateriaal kunnen nog toekomstige analyses verricht worden. ‘Binnenkort, als de database helemaal compleet is, kunnen we de afsluitende analyses uitvoeren en hopen we de centrale onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden’, legt Chesnaye uit.

Chesnaye: ‘Het EQUAL project heeft veel waardevolle inzichten opgeleverd en heeft geleid tot nieuwe initiatieven voor de toekomst. Zo zijn we bij de ERA Registry nu bezig met het opzetten van een Europese registratie voor patiënten met gevorderde chronische nierschade (stadium 4); een mooi vervolg op EQUAL.’

Meer informatie

Meer informatie over EQUAL is te vinden op de website https://www.era-online.org/en/registry/projects-and-collaborations/equal-study/. Ook alle EQUAL-publicaties zijn via deze website te vinden.

Interview: Marlies Noordzij